Ten behoeve van de uitwerking van de Regionale EnergieStrategie (RES) en de Transitie Visie Warmte (TVW) ontvangt RENDO / N-TRA regelmatig het verzoek om data aan te leveren betreffende haar gasdistributienet. Dergelijke verzoeken worden meestal gedaan door externe onderzoeksbureaus in opdracht van gemeenten maar ook door andere instanties die zich met de uitwerking van het klimaatakkoord bezighouden. Over het algemeen wordt bij de uitvraag de focus gelegd op de leeftijd en de lengte van het lagedrukgasnet op buurt- of wijkniveau. Vaak blijken dergelijke verzoeken als doel te hebben om te kunnen bepalen wanneer het gasnet is afgeschreven.

Probleem
Op basis van de jaren van aanleg van het lagedruknet wordt door de externe partij vaak verkeerde aannames gedaan en daaruit mogelijk dus ook verkeerde conclusies getrokken. Dit probleem doet zich met name voor bij gasnetten die inmiddels 40 à 50 jaar dienst hebben gedaan als gasdistributienet. Op basis daarvan wordt al snel de conclusie getrokken dat deze economisch maar ook technisch zijn afgeschreven en daarmee volgens hen feitelijk geen waarde meer hebben. De volgende gedachte of stap is dan ook gauw gemaakt, namelijk dat het gasnet dan beter kan komen te vervallen om letterlijk en figuurlijk ruimte te maken voor een alternatieve wijze van de warmtevoorziening zoals all-electric- of warmtenetten. Dit is immers een “natuurlijk moment”.

Echter de technische-, ofwel de maatschappelijke levensduur van de gasnetten is in de regel veel langer. De vraag hierbij is hoe dit beter inzichtelijk gemaakt kan worden.

Studie “Investeren in de toekomst”
De gezamenlijke regionale netbeheerders hebben in 2010 onder de vlag van Netbeheer Nederland voor het eerst een studie lange termijn vervangingsinvestering uitgevoerd wat geresulteerd heeft in het rapport “Investeren in de toekomst”.

Hierbij is een gemeenschappelijk beeld gevormd van de gevolgen van veroudering van de componenten in het gasnet en is een model ontwikkeld op basis van:

1. Netopbouw
2. Bedrijfswaardenmodel
3. Faalmodel (bestaande uit: faalgedrag & effect van falen)
4. Beleidsrestricties

Met dit model kunnen voorspellingen worden gedaan ten aanzien van het toekomstige falen van componenten en de gevolgen voor bedrijfswaarden als Betrouwbaarheid, Veiligheid en Duurzaamheid. De studie is met regelmaat herhaald en het meest recente rapport dateert van november 2017. Dit rapport kunt u hier terugvinden.

Maatschappelijke restlevensduur gasnetten
De faalcurves in de studie zijn per materiaalsoort geëxtrapoleerd naar de toekomst, naar leeftijden die nog bereikt moeten worden.

Voor de leidingen die in het gasnetwerk van RENDO voorkomen volgt uit deze studie dat het overgrote deel (>90%) nog een technische restlevensduur heeft > 100 jaar.

Dat wil niet impliceren dat er incidenteel geen leidingen vervangen hoeft te worden maar eventuele vervangingen betreft altijd maatwerk en is gericht op de instandhouding van de huidige veiligheid. Bovendien zijn ze vaak extern gedreven zoals civieltechnische reconstructies of werkzaamheden van andere beheerders van kabels-of leidingen in de directe nabijheid van de gasleidingen.

Hoofdconclusie is dat het nu op basis van leeftijd het ‘uit de grond halen’ van gasnetten op buurt-wijkniveau resulteert in een maatschappelijke restwaarde vernietiging.

Verstrekken van data
In verband met het aangegeven probleem is RENDO voornemens om voor dergelijke onderzoeken geen data te verstrekken op basis van de leeftijd maar op basis van de minimaal “resterende technische restlevensduur” van het betreffende lagedruk gasdistributienet. Het doel daarvan is dat er geen onjuiste conclusies meer worden getrokken.

De open data over de restlevensduur van de gasnetten kunt u hier vinden.