Netbeheer Nederland schetst in de systeemstudie ‘II3050’ vier verschillende scenario’s, die inzicht geven in hoe we als maatschappij naar een klimaatneutraal energiesysteem in 2050 kunnen groeien. De belangrijkste boodschap: ons energiesysteem gaat in een hoog tempo van een ‘vraag gericht energiesysteem’ naar een ‘aanbod gericht energiesysteem’. Er zijn daarom vandaag scherpe politieke keuzes nodig voor het energiesysteem van morgen.
De overgang van fossiele naar alleen duurzaam opgewekte energie in het klimaatneutrale energiesysteem maakt dat we in Nederland de energievraag en -aanbod nog beter op elkaar moeten afstemmen en dat we flexibel gebruik van de energie moeten omarmen. Netbeheerders moeten hun tijd, technici en materiaal naar 2050 toe zo efficiënt mogelijk inzetten om de leveringszekerheid op niveau te kunnen houden en de klimaatdoelstellingen te kunnen halen.
“Deze scenariostudie is de meest uitgebreide studie die door netbeheerders wordt gedaan. Voor het rapport is er met meer dan 100 partijen gesproken. Ik nodig daarom alle betrokkenen uit om de scenariostudie te gebruiken voor de eigen toekomststudies” stelt Hans-Peter Oskam, directeur Beleid en Energietransitie van Netbeheer Nederland. “II3050 vormt de basis van onze investeringen in de komende jaren. Het schetst het ontwikkelpad van 2030 naar een klimaatneutraal 2050. Er is veel extra capaciteit nodig om met duurzame energie aan de toekomstige energievraag te voldoen. Dit vraagt om scherpe politieke keuzes voor de inrichting van het energiesysteem. Keuzes voor de toekomst die nú gemaakt moeten worden.”
“Wanneer we in Nederland in 2050 klimaatneutraal willen zijn, is daarnaast een belangrijke rol weggelegd voor alle sectoren die CO₂ uitstoten, zoals landbouw, industrie vlieg- en vrachtverkeer en de gebouwde omgeving. Zij moeten hun steentje bijdragen en eigen sectordoelstellingen op tijd behalen.”
Energiesector in de hoogste versnelling om CO₂ ambities 2050 te realiseren
Alle scenario’s gaan ervanuit dat de doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn, wordt behaald.
Uit de scenario’s komen verschillende uitdagingen naar voren. In het oog springen de volgende drie:
Flexibiliteit wordt het nieuwe normaal
De volgende fase van de energietransitie is aangebroken, waarin alle gebruikers van het duurzame energiesysteem een actieve rol moeten spelen. Dat betekent ook dat ‘flex’, oftewel flexibel omgaan met de beschikbare energie, noodzakelijk is. Het moet het nieuwe normaal worden om elektriciteit te gebruiken wanneer er veel voorhanden is -omdat de zon schijnt of omdat er veel wind is- en het gebruik te matigen wanneer minder energie beschikbaar is. Ook het waterstof- en warmtesysteem hebben deze flexibiliteit nodig. Denk hierbij aan elektrolysers om voldoende waterstof te maken en opslag in cavernes voor de opslag van waterstof. Dit is geen vergezicht voor 2050, maar is al in het energiesysteem van 2030 aan de orde.
Tijdens de transitie naar een klimaatneutraal 2050 is er niet overal capaciteit beschikbaar of kan uitbreiding worden aangevraagd
Netbeheerders investeren maximaal om de netten uit te breiden, maar de vraag groeit sneller dan het aanbod. Onze bestaande netten lopen nu al tegen hun grenzen aan. Na grote bedrijven krijgen ook consumenten en het midden en kleinbedrijf (met een kleinverbruikaansluiting), vaker te maken met een elektriciteitsnet dat voller raakt. Dat betekent dat er prioriteiten moeten worden gesteld en we moeten accepteren dat niet álles op korte termijn mogelijk is. Daarbij geldt: hoe minder energie getransporteerd moet worden hoe beter. Dus hoe dichter de opweklocatie is bij de plek waar de energie wordt gebruikt, hoe beter.
Er zijn keuzes nodig welke energie-intensieve basisindustrie in het klimaatneutrale Nederland van 2050 past
Het vestigingsklimaat, industriebeleid en maatwerkafspraken zijn van belang voor wat de energie-intensieve industrie doet: investeren en nieuwe processen implementeren óf (gedeeltelijk) uit Nederland vertrekken. Vanwege het grote aandeel in de energievraag in Nederland (ruim 40%) door de energie-intensieve industrie, is de keuze van de industrie zeer bepalend voor de ontwikkeling van het energiesysteem als geheel en de infrastructuur in het bijzonder.
De netbeheerders zetten zich maximaal in om de infrastructuur die nodig is om CO2 reductie doelstelling in 2030 te behalen te realiseren. Een duurzaam energiesysteem vraagt om meer keuzes in wie, waar en hoe(veel) gebruik kan maken van het energienet. Ook zal er spreiding in de tijd moeten plaatsvinden. Door schaarste aan netcapaciteit en de benodigde middelen om energie-infrastructuur te ontwikkelen (tijd, ruimtelijke ordening, personeel, materiaal en financiering), is het extra belangrijk hier scherp inzicht in te krijgen.
Over II3050: Vervolgstappen op de scenariorapportage
Het scenariorapport dat vandaag is gepresenteerd, geeft richting voor iedereen die in de energietransitie werkzaam is. “De keuzes voor het energiesysteem van de toekomst moeten eerder vandaag dan morgen worden gemaakt,” aldus Oskam. Daarom delen de gezamenlijke netbeheerders deze scenario’s, onderliggende data en expertise nu al voor algemeen gebruik.
Het tussenrapport gaat nog niet in op de impact die de scenario’s hebben op de energie-infrastructuur. Deze impact voor kosten, ruimte, menskracht en materialen wordt in het eindrapport geschetst dat eind 2023 wordt opgeleverd.
Klik hier voor het scenariorapport ‘Het energiesysteem van de toekomst’
(klik hier voor de samenvatting)
Bron: Netbeheer Nederland